Methode
Waarom is 'een totale aanpak' noodzakelijk?
Dieetadvies kan alleen optimaal resultaat opleveren als het totaal van overgevoeligheden wordt aangepakt. Vaak hebben mijn patiënten al jarenlang diëten uitgeprobeerd, terwijl hun klachten nauwelijks verbeteren of zelfs verergeren.
Dit komt omdat véél personen gevoelig zijn voor meerdere "triggers" in hun voedingspatroon. Elke overgevoeligheid kan op zijn beurt de andere allergieën/intolerantie(s) versterken. We maken het onderscheid tussen 5 soorten voedselovergevoeligheden:
1. Primaire (klassieke) allergieën
(bv. voor koemelk, kippenei, tarwe, pinda, vis, soja, schaal- en schelpdieren) en de daarbijhorende kruisreacties (bv. met berken, gras of onkruidpollen): deze overgevoeligheden zijn aantoonbaar door een huidtest of bloedonderzoek (IgE antistoffen). Bij een IgE gemedieerde voedselallergie reageert de persoon al op een zéér kleine hoeveelheid van het allergeen.
2. Pseudo-allergieën
(bv. voor zuren, salicylaten, glutamaten, kleurstoffen, biogene amines, sulfieten): deze zijn niet aantoonbaar door huid of bloedonderzoek, maar veroorzaken wel een reactie. De klachten kunnen optreden na enkele minuten, verscheidene uren tot 24 uren. Vaak treden deze reacties alleen op tijdens een infectie of zijn ze op dat moment véél intenser. Ook kunnen reacties worden uitgelokt door combinatie van voedings- of geneesmiddelen (bv. bepaalde kleurstoffen in combinatie met bepaalde bewaarmiddelen). De uitlokkende dosis verschilt van persoon tot persoon (E. Stevens en A,-M Kochuyt, 2001 - W. Stevens, 2001).
3. Immuuncomplex-gemedieerde allergie
(bv. voor bepaalde melksoorten of melkproducten, graansoorten): deze reacties treden doorgaans niet binnen enkele uren op na inname maar wel binnen een dag en zijn aantoonbaar via een bloedanalyse (IgG antistoffen). Meestal treedt deze vorm van allergie op na gebruik van grotere hoeveelheden voedsel waarbij IgG-antistoffen worden gevormd. Deze binden vervolgens met de antigenen waardoor de zogenaamde immuuncomplexen worden gevormd die kunnen neerslaan in kleine bloedvaten en ontstekingsreacties veroorzaken (J. Kamsteeg, 2001).
4. Intoleranties
(bv. voor de suikers lactose/fructose): vertering/opname van deze suikers kan bemoeilijkt worden door een enzymentekort of door een mankement van het transportsysteem naar het bloed. Deze zijn te achterhalen door een ademtest
5. Nikkel en cobalt
Sommige personen vertonen tevens een overgevoeligheid voor bepaalde sporenelementen zoals nikkel en cobalt.